Kinderen kunnen de meest fantastische vragen stellen. Dat kunnen onnavolgbare vragen zijn als: “Wat gebeurt er als de Aarde stopt met draaien?”. Of “Waarom krijgen we eigenlijk muggenbultjes en geen muggenkuiltjes?” En “Waarom hebben poezen vaak witte voetjes?” Een volwassenen zul je zulke vragen niet zo gauw horen stellen.
Kijken kinderen beter uit hun doppen? Verwonderen kinderen zich meer? Jammer eigenlijk dat we vaak de kinderlijke – maar nooit kinderachtige – nieuwsgierigheid verliezen naarmate we ouder worden.
Ik beschouw het als een voorrecht veel van dergelijke lastige vragen te mogen – en vaak te kunnen – beantwoorden. Hierin kan ik mooi mijn vroegere werk als journalist en mijn huidige werk als docent wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Leiden verenigen. Vaak komen de vragen aan de orde tijdens voor- drachten voor de Museum Jeugd Universiteit in allerlei Nederlandse musea. Of ze worden me namens de kinderen gesteld door ouders of leerkrachten, of door de kinderen zelf.
Het begon allemaal met Martha Schaafsma uit Eindhoven die zoveel vragen stel- de dat er een boekje uitrolde: Beste Martha. Omdat de vragenlawine uit Eindhoven niet stopte, en omdat ook uit Leiden en verre omstreken vragen opborrelden, volgde kort daarna Wie is de baas van de Zon.
Het afgelopen jaar heb ik veel vragen beantwoord in de dagbladen van de Holland Media Combinatie, waaronder mijn eigen krant, het Leidsch Dagblad. Die vragen en antwoorden van mijn vrijdagse rubriekje Waarom? Daarom! heb ik nu gebundeld in dit boekje. Verreweg de meeste vragen stonden niet in mijn vorige twee boekjes. Hopelijk leidt het tot massa’s nieuwe vragen – en antwoorden. Vragen mag, vragen moet. Als we ons maar blijven beseffen dat er op een heleboel vragen (nog) geen antwoorden zijn, en dat vragen weer nieuwe vragen kunnen oproepen. Dat is immers de basis van alle wetenschap.